Jean-Francois Christiaens

18 SEP 2018

Honda Civic Type R vs Renault Mégane RS: de battle van de gevestigde waarden

Generatie na generatie worden de Civic Type R en Mégane RS de referenties van de voorwielaangedreven hot hatches genoemd. Wat geeft dat als we de twee huidige modellen met elkaar vergelijken?

De Type R staat op het langere, 37 procent stijvere en 16 kilogram lichtere platform van de tiende generatie Civic. Hij ziet er dus anders uit als zijn voorganger: de Type R is een 4,56 meter lange berline. De Mégane RS blijft met zijn 4,36 meter compact.

De Japanner pakt wel uit met heel wat meer aerodynamische hulpstukken. Geen enkel ervan is overbodig: alles zorgt voor efficiënte neerwaartse druk. Maar je moet wel van het uitzicht houden. De Fransman verkoopt zijn sportiviteit subtieler. Tenzij je voor het oranje van onze testauto kiest, kom je zelfs nog discreet voor de dag. Het geheim van de Mégane RS zit niet zozeer in zijn aerodynamische addenda, maar in zijn chassis. Net als de Civic Type R drijft hij nog steeds alleen de voorwielen aan, maar meesturende achterwielen steken nu een handje toe.

Afwerking en uitrusting: punt voor Renault

De strijd tussen deze twee hot hatches speelt zich vooral af op circuit of bochtige wegen. Hun interieur en optielijst doen er dus minder toe. Toch is de afwerking in beide gevallen verzorgd, de sportieve sfeer al dan niet subtiel aanwezig en de uitrusting royaal. De ergonomie van het Honda-dashboard is wat moeilijker te doorgronden dan het klassieke Renault-dashboard. Op deze generatie biedt Renault optioneel een EDC-versnellingsbak, terwijl Honda trouw blijft aan zijn geweldige manuele bak. Cijferfans: de telemetriefunctie van de RS Monitor in de Mégane RS is bijzonder uitgebreid.

Comfort: punt voor Honda

Beide kemphanen gaan er op vlak van comfort gevoelig op vooruit vergeleken met hun voorgangers. In zijn meest beschaafde rijmodus gedraagt de Renault zich meer dan ooit als een veelzijdige gezinsauto. Met hydraulische druklagers in plaats van gestuurde dempers is de ophanging van de Fransman bij lage snelheden wel wat stevig.

Die gestuurde dempers heeft de Japanner dan weer wel, met een “Comfort”-stand met uitstekende filtering. Maar vooral de ruimte achteraan en zijn grote koffer (420 tegenover 384 liter) die hem doen aanleunen bij een hoger segment, leveren de Type R het punt op.

Motor: punt voor Honda

De Mégane RS deelt zijn nieuwe 1.8 turbo met de Alpine. Hier krijgt hij een handvol extra pk’s: hij beschikt in totaal over 280 pk en 390 Nm. De Civic Type R hergebruikt de 2.0 turbo VTEC van zijn voorganger. Het koppel bedraagt 400 Nm, het vermogen kreeg er 10 pk bij, tot 320 pk.

De Renault moet niet alleen op papier lossen: het Japanse blok laat zich met meer enthousiasme uitwringen. Maar opnieuw voor de cijferliefhebbers: beide auto’s halen 100 km/u vanuit stilstand in 5,8 seconden. De Civic gaat door tot 272 km/u, de Mégane tot 250 km/u.

Weggedrag: gelijkspel

Bredere banden, een breder spoor en een betere gewichtsverdeling (met 3 procent minder gewicht op de vooras) maken de nieuwe generatie van de Type R nog efficiënter dan zijn voorganger. Bij een sportieve rijstijl zorgt dat voor een minder brutaal en beheerster temperament. Zelfs tegen een echt stevig tempo blijft de Honda als op rails rijden. Zelfde vaststelling wanneer je stevig remt: de langere wielbasis en de nieuwe meerarmige achteras geven hem meer stabiliteit. Nog positief: de vooras trekt minder naar opzij wanneer je stevig herneemt, de trekkracht blijft gegarandeerd met het mechanische sperdifferentieel.

Bij de Mégane RS is een sperdifferentieel alleen voorbehouden voor het Cup-pakket, en dat zat niet op onze testauto. De Renault heeft het daardoor lastiger bij het uitrijden van scherpe bochten. Het voordeel van de meesturende achterwielen is dan weer onmiskenbaar. Ze lijken de wielbasis virtueel te verlengen en doen de Mégane bijzonder stabiel snelle bochten nemen. Scherpe bochten vormen ook geen probleem, omdat de achterwielen dan in de tegengestelde richting draaien.

Prijs: punt voor Renault

Met manuele versnellingsbak kost de Mégane RS 34.450 euro. Voor het sperdifferentieel komt daar nog het Cup-pakket van 1.700 euro bij, en dat brengt de rekening op 36.150 euro. Dat valt nog mee vergeleken met de Civic Type R: Honda vraagt 37.850 euro, en zelfs 40.790 euro voor de rijkelijk uitgeruste GT-uitvoering. De grotere cilinderinhoud zorgt bovendien voor een duurdere fiscale factuur.

Besluit: gelijkspel

Beide concurrenten verdelen de punten. De Civic Type R is veelzijdiger dan vroeger dankzij zijn ruimere afmetingen en gestuurde dempers. Dankzij zijn 2.0 VTEC en zijn bedieningsorganen blijft hij de leukste om de sporen te geven. Ook de Mégane RS wordt veelzijdiger. Hij is minder radicaal in gebruik, maar wel duivels snel en efficiënt dankzij zijn meesturende achterwielen. In geen van beide gevallen ga je op je honger blijven zitten.

Advertentie
Advertentie
Advertentie