Jean-Francois Christiaens

18 NOV 2020

Test: Mini John Cooper Works GP, belofte nagekomen

Voor zijn beperkte reeks JCW GP belooft Mini “een exclusief en compromisloos karakter gericht op extreem rijplezier”. En wees gerust dat dit geen loze beloften zijn…

PUBLICITÉ
PUBLICITÉ

20201118154913minigp.jpg

Liefhebbers van kleine bommetjes weten dat de letters “GP” al twee keer op een tot 2.000 exemplaren beperkte reeks van sportieve Mini’s hebben gekleefd, in 2006 en in 2013. Deze derde versie trekt het aantal op tot 3.000 stuks… en dat is niet het enige wat fors is verhoogd.

20201118155456minigp.jpg

306 pk en 450 Nm

Het meest indrukwekkende is het vermogen van deze minder dan vier meter lange auto. De allereerste GP hield het nog bij ‘slechts’ 218 pk om van bocht naar bocht te knallen, maar deze keer is de symbolische kaap van de 300 pk overschreden. Je hebt namelijk 306 pk en 450 Nm ter beschikking. En dat alles gaat enkel naar de voorwielen.

20201118155133minigp.jpg

Competitiegeest

De ingenieurs zijn niet spaarzaam geweest met technische aanpassingen om de 2.0-turboviercilinder van de Mini John Cooper Works meer spierballen te geven. Onder de diverse aanpassingen waarvoor inspiratie is gevonden in de autosport zien we een versterkte krukas, specifieke zuigers, een nieuwe en in de uitlaatcollector geïntegreerde turbo, een compressieverhouding die is verlaagd van 10,2 naar 9,5 : 1, een injectiedruk van 350 bar en een specifiek oliecarter met een grotere inhoud. Hier is kortom meer gebeurd dan wat moeren extra sterk aandraaien. En dat voel je zodra je start.

20201118155457minigp.jpg

De motor zingt doorheen twee uitlaatpijpen in matgeborsteld roestvrijstaal met een diameter van 90 millimeter. En hij lijkt niet liever te hebben dan dat hij zijn zuigerstangen mag laten dansen op een circuit. Als gevolg van nieuwe homologatienormen mag hij niet meer knetteren zoals vorige GP-generaties, maar hij verspreidt wel nog steeds een behoorlijk suggestieve, diepe en rauwe klank.

Radicaal

De radicale transformatie van de Mini JCW naar een GP beperkt zich niet tot puur het motorblok. Net zoals bijvoorbeeld de Renault Mégane RS Trophy-R wordt de GP namelijk ook soberder om zijn gewicht te beperken. Dat betekent dat de achterbank eruit is gehaald, net zoals een resem andere ‘nutteloze’ accessoires zoals bijvoorbeeld de achterruitenwisser.

20201118155627minigp.jpg

En dan is er natuurlijk heel dat koetswerkpakket van de GP waar je niet naast kunt kijken. De enorme dakspoiler trekt de aandacht, net zoals de vleugelverbreders in met koolstofvezel versterkte kunststof.

20201118160344minigp.jpg

20201118160112minigp.jpg
20201118160258minigp.jpg

Op al die elementen is bovendien het serienummer van de auto aangebracht. Als je binnenkort in de zoekertjes op VROOM.be dus op Mini GP 0313 stuit, dan weet je dat dit het exemplaar is dat door de pers is gebruikt (of misbruikt?).

20201118160057minigp.jpg

Semislicks

Een ander opmerkelijk element van deze Mini GP is dat je kan kiezen voor semislickbanden van Hankook. Deze Ventus TD’s gaan wel snel op je zenuwen werken. Ze verbeteren namelijk wel duidelijk het rijgedrag van deze explosieve Mini bij een stevige rijstijl (en geven hem een verbluffende trekkracht), maar ze vormen ook onmiskenbaar een bron van storende geluidshinder bij dagelijks gebruik. Op grote verkeersassen lijkt het alsof er permanent een helikopter net boven het dak van de auto vliegt… Maar goed, Mini belooft dan ook een “exclusief en compromisloos karakter”.

20201118160724minigp.jpg

Klassiek

Hetzelfde geldt voor het rijgedrag. Deze Mini GP zal “zondagscoureurs” er snel aan herinneren dat een echte sportwagen zich niet nonchalant met één hand op het stuurwiel laat mennen.

20201118160837minigp.jpg

Waarom niet? Omdat de 450 Nm vanaf 1.750 o/m op enkel de vooras worden losgelaten via een agressief afgesteld sperdifferentieel en een radicale ophanging (met vooral een toegenomen camber), waardoor je bij sterk optrekken het stuur heel stevig moet vasthouden. En dan nog volstaat een “sterke hand” niet altijd om te vermijden dat de neus van de Mini GP onder vollast naar links of rechts gaat snuffelen.

20201118160936minigp.jpg

Die onwil om rechtdoor te rijden kan je van je stuk brengen bij een eerste korte kennismaking, maar in kort op elkaar volgende bochten leer je deze Mini GP daarentegen meer op prijs stellen. Hij duikt naar de koord met een onmiskenbare levendigheid en hapt nog meer naar het traject wanneer je gas bijgeeft. Dat leidt tot behoorlijk indrukwekkende bochtsnelheden.

20201118161159minigp.jpg

Hij krijgt ook punten voor de natuurlijke ijking van zijn bedieningselementen en voor het uithoudingsvermogen van zijn “dikke” remmen, of toch op de openbare weg…

Geen manuele versnellingsbak?

Gezien de ‘ouderwetse’ instelling van deze Mini GP zou je verwachten dat het geheel wordt gecombineerd met een goede manuele versnellingsbak. Die kers op de taart is echter niet voorzien. De Mini GP is standaard uitgerust met een achttrapsautomaat met een ‘eerlijke’ werking en in Sport zelfs een vrij agressieve afstelling. Maar voor echt radicaal gebruik zullen ‘puristen’ toch liever zelf de controle nemen via de schakelhendels.

20201118161505minigp.jpg

Hoeveel kost hij?

Het zal niet verbazen dat de 105 exemplaren die waren gereserveerd voor de Belgisch-Luxemburgse markt allemaal al lang verkocht zijn. Maar we kunnen wel meegeven dat onze testwagen inclusief opties exact 48.000 euro kostte. Voor dat geld koop je een in beperkte aantallen gebouwde bolide die van 0 naar 100 km/u optrekt in slechts 5,2 seconden.

Ons verdict

Op het eerste gezicht kan de Mini GP je overdonderen en komt hij wat ‘slordig’ over. Maar onder druk begint hij te schitteren, zodanig zelfs dat hij echt opwindend wordt wanneer je hem tot het uiterste drijft. Een ouderwets soort speeltje, waardoor hij zijn statuut van toekomstig verzamelaarsobject nog versterkt.

20201118161401minigp.jpg
PUBLICITÉ
PUBLICITÉ
PUBLICITÉ