1951: Ferrari 212
In de jaren ’50 en ’60 koos Ferrari vaak voor Brussel om nieuwe modellen te onthullen. De grote koopkracht van de Belgen en de goede verhouding die Jacques Swaters van raceteam Francorchamps onderhield met Enzo Ferrari hadden daar veel mee te maken. De 212, de opvolger van de 166 en de 195, werd in 1951 in avant-première voorgesteld in Brussel. Deze racewagen met zijn heel scherpe V12 bedekte zijn wilde techniek met de allermooiste koetswerken.
1960: Volvo P1800
Is dit de meest sexy Volvo ooit? Het is in elk geval de coolste, want hij was de officiële auto van de “Saint”, een tv-reeks uit de jaren ’60 met Roger Moore als hoofdrolspeler. Die laatste was trouwens verzot op de auto en kocht een exemplaar voor persoonlijk gebruik.
1964: Ferrari 330 GT 2+2
De tweede 2+2-Ferrari uit de geschiedenis, het eerste model waarvan meer dan 1.000 exemplaren zijn verkocht en de persoonlijke auto van Enzo Ferrari: de 330 GT 2+2 is een heel belangrijk model voor het merk. Il Commendatore gaf namelijk de voorkeur aan 2+2’s boven zijn tweezits Berlinetta’s, die hij te weinig praktisch vond voor gebruik op de weg. De 330 GT 2+2 met zijn vier schijfremmen en zijn 300 pk sterke V12 is een GT die ook vandaag nog verrassend gemakkelijk dagelijks bruikbaar is.
1970: Lamborghini Espada Serie II
De Espada werd in 1968 in wereldpremière op het salon van Genève onthuld, maar de meer begeerlijke Serie II werd in Brussel voorgesteld. De “Italiaanse Rolls-Royce”, zoals Ferruccio Lamborghini hem omschreef, zette met zijn facelift namelijk een aantal jeugdzondes recht. De essentie bleef echter gevrijwaard: een adembenemende lijn van Gandini, een interieur met plaats voor vier volwassenen en een tot 350 pk opgevoerde V12.
1980: Renault 5 Turbo
De R5 Turbo kwam op de markt om een raceversie te homologeren en om de verkoopcijfers van de Renault 5 een duwtje in de rug te geven. Het is waarschijnlijk de meest onwaarschijnlijke auto die ooit van de band rolde bij het merk. De brave kleine stadswagen veranderde in een monster, opgehitst door zijn turbo, met de motor die op de plaats van de achterbank zat. Hij sprintte naar 100 km/u in minder dan 7 seconden, wat in die dagen een supercartijd was.?
Vond je dit artikel interessant en wil je het laatste autonieuws meteen in je mailbox ontvangen? Schrijf je – net als meer dan 300.000 autoliefhebbers – nu gratis in via e-mail: