Veilinghuizen kennen hun gelijke niet wanneer het gaat om het vinden van unieke stukken in schuren. Zo herinneren we ons de adembenemende collectie Baillon en, recenter, deze drie Belgische Bugatti’s in de garage van een beeldhouwer. En ook vandaag is een spectaculaire vondst gedaan: Osenat biedt een Ferrari 330 GT 2+2 uit 1966 aan die in een schuur is opgedoken.
Lieveling van Enzo
Voor Enzo Ferrari dienden zijn straatauto’s vooral om zijn raceafdeling te financieren. In tegenstelling tot wat je zou denken had il Commendatore liever 2+2’s dan berlinetta’s, omdat daar meer ruimte in was voor zijn hond. Hij had zelf trouwens een 330 GT 2+2 zoals de auto die Osenat hier vandaag aanbiedt. Technisch gezien ligt deze GT heel dicht bij de racewagens, maar hij omhult het geheel wel in een klassevoller en ruimer kleedje, met een achterbank.
Te snel
Het exemplaar waar het vandaag over gaat, is gevonden in een klein dorpje in de buurt van Montpellier. Het verhaal erachter is buitengewoon: de vader van de huidige eigenaar kocht het model uit 1966 tweedehands in 1967 en gebruikte de wagen dagelijks om… rommelmarktjes te bezoeken en te gaan skiën.
Het probleem is dat de eigenaar met de komst van de eerste snelheidsbeperkingen de boetes op elkaar stapelde. De Ferrari met zijn 300 pk sterke V12 was (toen al) te snel voor zijn tijd en werd daarom in 1974 in een schuur opgeborgen. Zijn zoon sleutelde er nog wat aan maar gebruikte hem niet echt meer.
Hoeveel?
Osenat heeft nog geen schatting gecommuniceerd, maar je moet weten dat de 330 GT 2+2 ondanks zijn bloedmooie uiterlijk een van de minder gegeerde Ferrari’s uit het klassieke tijdperk is. Al betekent dit dat een exemplaar in goede staat nog altijd 300.000 euro waard is. De bijzondere geschiedenis en de originele toestand zijn argumenten die voor deze auto spreken. Houd er echter wel rekening mee dat een volledige restauratie al snel een bedrag van 6 cijfers kan kosten, ondanks de zeer eenvoudige en robuuste opbouw van de wagen.