Kleine elektrische SUV’s zijn er in overvloed. Stellantis heeft meer al meer dan een handvol van in het B-segment, zoals de Opel Mokka-e en de Peugeot e-2008 of. Zeker bij modellen die hetzelfde platform delen, springt er zelden eentje uit qua karakter of kwaliteiten. Daarom zijn we blij dat er nog uitzonderingen bestaan zoals de Mini Aceman en de Ford Puma Gen-E. Zij beloven niet alleen compact en praktisch te zijn, maar willen zich vooral onderscheiden met hun dynamische rijeigenschappen. Wij zetten deze twee kleine elektrische SUV’s naast elkaar en gingen op zoek naar hun sterktes en zwaktes om uiteindelijk een winnaar uit te kunnen roepen.
Design: baby Mustang Mach-E vs grote Mini
De Mini Aceman is overduidelijk herkenbaar als een Mini: alle typische kenmerken zijn aanwezig, zoals de grote (min of meer) ronde koplampen. Tegenover de Mini Cooper Electric krijgt hij een paar deuren extra. Wat rechthoekig plastic op de spatborden moet hem een ruige touch geven. Dat is dan ook meteen alles wat hem op een SUV zou kunnen doen lijken. Want eerlijk: zet hem naast een Jeep Avenger en de Aceman ziet eruit als een hatchback met hooguit wat opgerolde broekspijpen… We mogen hem dan ook eigenlijk geen SUV noemen, maar eerder de vijfdeurs variant van de Mini Cooper Electric.
Hetzelfde kunnen we zeggen over de Ford Puma Gen-E, die door Ford zelf wél een SUV genoemd wordt. Hoewel hij wat hoger op zijn wielen staat dan zijn voorganger de Fiesta, is hij verder eerder sportief van uiterlijk dan stoer. Met zijn nieuwe dichte grille zouden we hem nog eerder een baby-Mustang Mach-E noemen dan een SUV. Hij kan in elk geval mee profiteren van de designupdate van zijn broers met verbrandingsmotor, die hem een welgekomen verjongingskuur heeft gegeven.
De Mini Aceman ziet er veel moderner uit dan zijn concurrent. Met zijn originele looks haalt hij hier de meeste punten, de Ford Puma Gen-E is aangewezen op achtervolgen…


Afmetingen & ruimte: van gigantisch naar teleurstellend
We vallen maar meteen met de deur in huis: met zijn koffervolume slaat de Puma hier een homerun van jewelste. 566 liter is een volume waar zelfs modellen uit het C-segment met afgunst naar kijken. Zijn bagageruimte is niet alleen groot voor een wagen van 4,21 m, maar ook praktisch, dankzij de MegaBox onder de koffervloer en een extra frunk vooraan. In totaal heb je 617 liter aan bagageruimte tot je beschikking! Het grote koffer gaat trouwens niet te koste van de beenruimte achterin. Ook daar is er voldoende ruimte voor volwassen passagiers op de achterbank.
De Mini Aceman is qua afmetingen dan weer kleiner dan je zou verwachten. Hij is namelijk slechts 4,08 m lang. De centimeters die hij mist ten opzichte van de Puma laten zich voelen op de achterbank, maar vooral ook in het koffervolume: dat varieert van 300 tot 1.005 liter met de achterbank plat. Er is ook geen frunk om je laadkabels in weg te bergen, al vinden die nog wel net een plaatsje onder de variabele koffervloer.
Een overduidelijke overwinning voor de Ford Puma Gen-E op dit vlak!




Interieur & technologie: mooier is niet altijd beter
Het interieur van de Puma Gen-E verschilt weinig van de normale Puma. De facelift heeft een nieuw infotainmentsysteem geïntroduceerd en dat werkt prima, al zouden we nog steeds liever wat meer fysieke knoppen zien. Voldoende bergruimte is er ook, met extra plaats onder de middentunnel. Wat minder pianolak en wat meer padding voor de knieën tegen de zijkant van deze middentunnel was nog beter geweest.
Het grote scherm eist niet alleen veel ruimte op, maar ook quasi alle functies, tot en met de klimaatregeling. Apple CarPlay en Android Auto zijn draadloos te gebruiken.
Net als zijn buitenkant, is ook het dashboard van de Aceman met geen enkel ander merk dan Mini te verwarren. Het centrale scherm is de eyecatcher van het interieur en herbergt ook hier zowat alle functies. Het ronde scherm ziet er hip uit, maar als je fan bent van Apple CarPlay of Android Auto, weet dan dat die toepassingen in een (lelijke) rechthoek weergegeven worden op het ronde scherm. Gelukkig is de verbinding ook hier draadloos.
De bediening van de versnellingen zit niet aan het stuur, zoals bij de Puma, maar gebeurt met een hendeltje onder het scherm. Een beetje prullerig en klein als je het ons vraagt. De rest van het interieur ziet er vooral origineel en cool uit, maar we komen vaker dan ons lief is in aanraking met goedkoop aanvoelende materialen.
We neigen naar een gelijkspel in deze discipline: zowel de Puma als de Aceman laten wat steken vallen op ergonomisch vlak. De Mini ziet er leuker uit, maar de Puma voelt beter aan.




Motoren en laadcapaciteit: geen keuze vs 3 versies
De Puma Gen-E houdt het eenvoudig: hij is maar met één aandrijflijn verkrijgbaar. Met een relatief kleine batterij van 43 kWh voedt hij een motor van 168 pk en 290 Nm koppel, goed voor een sprintje van 0 naar 100 km/u in 8 seconden rond. Dat is OK, maar zeker niet speciaal. De actieradius van de Puma Gen-E wordt geschat op maximaal 376 km, een waarde die niet onrealistisch is, zo bleek al uit onze review. Opladen kan aan 100 kW aan een DC-lader, dat betekent dat je de kleine batterij in 23 minuten van 10 tot 80 % kan bijladen.
Bij de Mini is er meer keuze. De Aceman kan je configureren met 3 verschillende aandrijflijnen. De instapversie is de E-variant met 184 pk en 290 Nm en een acceleratie van 0 naar 100 km/u in 7,9 seconden. Met de kleine batterij van 38,5 kWh haalt hij officieel een rijbereik van 309 km. Zijn maximale laadsnelheid is een erg matige 70 kW, om van 10 naar 80% te gaan in 29 minuten.
De Aceman SE heeft 218 pk en 330 Nm koppel en gaat van 0 naar 100 km/u in 7,1 seconden. Zijn iets grotere batterij van 49,2 kWh zou hem tot 405 km ver moeten laten rijden. Hij heeft een iets hoger laadvermogen van 95 kW, goed om in 31 minuten van 10 naar 80% te laden.
De JCW-variant heeft tot slotte dezelfde batterij en laadsnelheid als de SE, maar zijn range zakt naar 355 km. Hij is wel de snelste Aceman: 6,4 seconden voor 0 tot 100 km/u.
De zuinigheid van de Puma overtuigt ons het meest: hij haalt in de praktijk het meeste kilometers uit zijn beperkte batterijcapaciteit en heeft de beste laadsnelheid.


Rijgedrag: de nieuwe referentie in het segment
De Puma mag dan misschien niet zo snel accelereren als de Aceman, hij biedt wel het meeste rijplezier van de twee. De Mini zijn voortrein geeft de indruk voortdurend te worstelen om voldoende grip te vinden en het onderstel is zo hard dat je op onze Belgische wegen van het ene putje naar het andere richeltje lijkt te stuiteren. Niet echt aangenaam dus… Gelukkig voelt het sturen tenminste nog prettig en precies aan.
Maar de Puma doet het dus een heel stuk beter en verraste ons op positieve manier met een scherp chassis, directe en precieze besturing en zijn speels karakter. Het rijplezier dat zijn brandstofbroertje biedt, heeft hij dus ook in huis. Ook hij staat stevig afgeveerd op zijn wielen, maar hij filtert oneffenheden op een veel comfortabelere manier weg dan de Mini. In zijn klasse is hij misschien wel de leukste van allemaal om als bestuurder mee onderweg te zijn.
De Puma pakt hier dus de eerste prijs.


Prijs: betaalbaar wint van premium
De Puma Gen-E is beschikbaar vanaf 35.490 euro in België. De prijzen van de Mini Aceman beginnen bij 33.350 euro, maar eerlijk: dat is niet de versie die je wil, vanwege zijn beperkte rijbereik en trage laadsnelheid. Voor een meer aantrekkelijke versie, begin je best te tellen vanaf 40.000 euro. Dat terwijl de duurst mogelijke versie van de Puma Gen-E, de Premium uitvoering met alle mogelijke opties aangevinkt, maximaal 39.595 euro kost!
Conclusie
Voor ons is het duidelijk: de Puma Gen-E is ruimer, leuker om mee te rijden en goedkoper dan de Mini Aceman. De Britse-Duitse (en ook wat Chinese) Mini Aceman heeft dan misschien zijn looks mee, hij kan niet voldoen aan de verwachtingen. De sympathiek ogende en dynamisch rijdende Amerikaan gaat dus met de eindoverwinning aan de haal!