François Piette

14 FEB 2013

Le Mans met Steve McQueen: niet te missen film

Ben je gepassioneerd door auto’s en ben je niet onverschillig voor het geluid van een oude bolide? Dan is Le Mans zeker een film voor jou. Dit werk van de zevende kunst heeft bij liefhebbers de status van een legende.

Scenario? Welk scenario?

Laten we duidelijk zijn: dit is niet de meest ideale film voor valentijn, behalve als jouw partner een racefanaat is. Een scenario is er eigenlijk niet. Michael Delaney (gespeeld door Steve McQueen) is een Amerikaanse racer die terugkeert naar Le Mans, één jaar na een ongeval waarbij een andere racepiloot, Pierre Belgetti, om het leven kwam. Delaney wordt verliefd op de weduwe van Belgetti (Elga Andersen). Op het circuit wordt hij geconfronteerd met de Duitse piloot Eric Stahler (Siegfried Rauch). 

De realiteit overstijgt de fictie: in beide gevallen streed Porsche tegen Ferrari. De film flopte en werd slecht ontvangen, vooral door het scenario. Vandaag wordt hij nochtans gezien als één van de beste films over de autosport.

Werk van een gepassioneerde

Weinig acteurs hebben voeling met de autosport, maar Steve McQueen heeft het racevirus in zijn bloed en rijdt uitstekend. Na vele plaatselijke competities, schakelde de acteur-racepiloot een versnelling hoger en realiseerde hij een droom: een film draaien tijdens Le Mans.

Race als training

Om zijn stuurmanskunsten te verbeteren, besluit Steve McQueen deel te nemen aan de 12 uren van Sebring in 1970. Een gebroken been houdt hem niet tegen! Ondanks deze handicap eindigt hij briljant op de tweede plaats met Peter Revson als ploeggenoot in een vrij bescheiden Porsche 908/02. De beslissing is genomen: hij wil ook echt deelnemen aan de 24 uren van Le Mans in 1970, samen met Jackie Stewart. Helaas beslist de verzekering er anders over.

Gefilmd in de wedstrijd

Een groot deel van de film werd in het hart van de wedstrijd gedraaid, maar Steve McQueen huurde het circuit drie maanden tijdens de zomer om de wedstrijd met maar liefst 25 wagens na te bootsen. Hij beschouwt deze film als het meesterwerk van zijn carrière.

Gevaarlijk spel

Veertig jaar geleden was de autosport een gevaarlijk spel. Auto’s werden monsters met te veel vermogen (gemakkelijk meer dan 500 pk) en met een zwak buizenchassis met daarrond een koetswerk uit kunststof zo dun als een blaadje sigarettenpapier.

Ongevallen bij repetities

Tijdens het draaien stapelden de drama’s zich op. David Piper, de bekende racepiloot en teameigenaar, verloor zijn twee benen. Derek Bell werd verbrand aan de handen en in het gezicht. Het scheelde niet veel over de mooie Steve raakte een vrachtwegen met een snelheid van 300 km/u.

Anekdote

John Sturges en Ferris Webster, respectievelijk regisseur en monteur van de film, vreesden een commerciële mislukking door de surrealistische uitgaven van McQueen. Lee H. Katzin nam de leiding over. McQueen zag zijn droom afbrokkelen onder commerciële druk en verzekeringen en geraakte opnieuw aan de drugs.

De auto’s

In de film zie je McQueen een Porsche 917 besturen maar in werkelijkheid was het een Lola T70 met Cosworth-motor, verhuld met het koetswerk van een 917. Die combinatie was minder duur om te vernielen. De auto werd volledig nagebouwd en staat momenteel te koop. Het geluid was trouwens wel van een echte luchtgekoelde twaalfcilinder boxermotor uit de Porsche 917. Qua realisme, sfeer, beelden en geluid was deze film een meesterwerk. Hij stamt uit een glorieuze tijd waarin motoren nog geen turbodiesels waren.

Advertentie
Advertentie
Advertentie