François Piette

18 NOV 2006

Geboren om te verleiden

Een adembenemende lijn, vier individuele zitjes en een glazen kofferdeksel. De Volvo C30 is geen gewone Volvo, plezier voor de ogen eerst ...

Herinnert U zich de 480 ES nog ? Dat was de laatste compacte driedeurs van Volvo uit dat segment. Vandaag wil Volvo opnieuw zaken doen in dat segment, een segment waar een harde strijd gestreden word tussen onder andere de Audi A3, BMW 1 reeks, Volkswagen Golf, Opel Astra, Ford Focus en Alfa 147, … . Dus hebben onze noorderburen beslist om zich te onderscheiden, en doen dat met een nieuw design. De C30 lijkt héél fel op het concept dat we te zien kregen op het salon van Detroit, begin 2006. En dat is maar goed ook, de C30 ziet er trouwens héél aantrekkelijk uit. Vooral achteraan, want vooraan is hij veel conventioneler en doet hij denken aan de S40. Maar wat een achterwerk! Gulle heupen, brede schouders, vloeiende en smalle ruiten. Het kofferdeksel, dat volledig uit glas bestaat en een fel aflopende lijn heeft maakt deze uitzonderlijke Volvo helemaal af. En dat is nog niet alles, want Volvo biedt een aantrekkelijk personalisatie pakket aan. Prachtige 18 duim velgen, de “cosmic white” koetswerkkleur is een aanrader, net zoals de perfect geïntegreerde “body kit”. Voor vier Net zoals zijn buitenaanzicht is de C30 origineel binnenin. Volvo gaat er van uit dat de potentiële klant van de C30 geen kinderen heeft, en heeft dus maar 4 plaatsen voorzien. Waarom niet, zo kunnen vier volwassenen echt op hun gemak reizen. Het omgekeerde had een probleem geweest met een totale lengte van 4.25 meter (een Golf en een A3 zijn 5 centimeter korter). Het design van deze C30 heeft ook zijn impact op de beschikbare kofferruimte (zoals dikwijls bij auto’s waar het design primeert, denk maar aan de Renault Mégane bijvoorbeeld). Volvo heeft het wel over 364 liter (14 liter meer dan een Golf), maar dat is niet helemaal juist, want zij rekenen de ruimte waar het reservewiel zit erbij. Meer dan een paar wandelschoenen kan je daar trouwens niet in kwijt. We hebben de vraag gesteld wat de werkelijke inhoud is, maar hebben daar geen antwoord op gekregen. De koffer kan in elk geval niet enorm genoemd worden, en de laaddrempel is erg hoog. Gelukkig kunnen de twee achterzetels neergeklapt worden, en zorgen voor een mooi plat laadvlak. 81% diesel Voorin is alles al héél wat ordelijker, we vinden er met plezier de “zwevende” en uiterst fijne centrale console terug. Wel zijn het aantal opbergvakken aan de schaarse kant. De zichtbaarheid is uitstekend, behalve het driekwart vooraanzicht dat gestoord wordt door een indrukwekende A stijl. De rijpositie is perfect dankzij de regelbare zetel en stuur. Voor deze eerste test hebben we recht gehad op twee uiteenlopende versies, een diesel met automatische versnellingsbak, en een vijfcilinder turbo benzinemotor met handgeschakelde versnellingsbak. Volvo hoopt dat 81% van de verkoop naar de dieselmotor zal gaan, we hebben ons dus vooral toegespitst op dat model. Niet sportief De eerste kilometers met de C30 D5 maakte meteen duidelijk dat Volvo veel aandacht heeft besteed aan de geluidsdemping, althans bij constante snelheden. Veel koppel en vermogen zijn de karaktertrekken van deze motor, vooral om dat ons testmodel een “full power” model was, 180 pk in plaats van 163 pk bij ons, om voor de handliggende fiscale redenen. De koppeling met de versnellingsbak is uitstekend, misschien zelf beter dan de handgeschakelde versnellingsbak op de T5 die wat stroever was. Met zijn comfortabele ophanging gaat de C30 als geen ander om met de oneffenheden op de baan en bochten, een uitstekend compromis. Hij heeft een natuurlijke aanleg om onder te sturen en houdt netjes het achterste in bewang, zelf met een zware rechtervoet. Zie in deze C30 dus geen stukje speelgoed of sportwagen, maar eerder een auto dat mooi is om aan te zien, en doeltreffend in alle omstandigheden.
Advertentie
Advertentie
Advertentie