Jean-Francois Christiaens

11 DEC 2019

5 Alfa Romeo’s waar je waarschijnlijk nog nooit van had gehoord

Met de Giulia en de Stelvio en de nakende kleine SUV Tonale lijkt Alfa Romeo weer goed op weg naar succes. Toch is het goed mogelijk dat heel wat modellen uit het verleden van dit mythische merk je volledig onbekend zijn. Wat dacht je van deze 5?

Alfa Romeo 33 Stradale (1967 – 1969)

20191211100103alfa33.jpg

De 33 Stradale was rechtstreeks afgeleid van een racewagen en is slechts 18 keer gebouwd. Elk exemplaar was peperduur: twee keer de prijs van een Jaguar. De wulpse wagen is al vaak de mooiste auto ter wereld genoemd. Hij werd aangedreven door een 2.0-V8 die zijn 230 pk bulderend produceerde bij 8.800 o/m.

Alfa Romeo 2300 (1974 - 1986)

20191211100202alfa2300.jpg

Ondanks zijn uitzonderlijk lange carrière van 12 jaar zijn van deze Alfa slechts 30.000 exemplaren verkocht. Hij was bedoeld voor de Braziliaanse markt en stond op het onderstel van de Alfetta, maar kreeg wel een dikke 40 centimeter extra lengte cadeau. Zijn 2,3-litermotor ontwikkelde afhankelijk van de versie 140 of 150 pk.

Alfa Romeo Dauphine (1959 - 1966)

20191211100205alfadauphine.jpg

Neen, je droomt niet. Renault is de geestelijke vader van de Dauphine, maar Alfa Romeo heeft de kleine stadswagen onder licentie gebouwd in zijn fabriek van Portello in Zuid-Italië, vlakbij Napels. Hij was technisch identiek aan de Fransman en moest het marktaandeel van Alfa Romeo vergroten, vooral dan in het segment van de massamodellen.

Alfa Romeo Arna (1983 – 1987)

20191211100107alfaarna.jpg

Op papier kan een samenwerking tussen Italianen en Japanners alleen maar goed nieuws zijn, door de combinatie van Zuiderse flair en Japanse ernst. Alleen kreeg dit model het saaie koetswerk van de Nissan Pulsar maar de motoren van de Alfasud. Dat waren boxerviercilinders van 62 tot 93 pk. Na nauwelijks 50.000 exemplaren staakte Fiat, de eigenaar van Alfa Romeo, de productie.

Alfa Romeo Alfa 6 (1979 – 1986)

20191211100103alfa6.jpg

De Alfa 6 was ontwikkeld aan het begin van de jaren 1970 maar kwam op de markt na de eerste oliecrisis in 1979, waardoor hij al voorbijgestreefd was bij zijn lancering. De Duitse concurrentie was genadeloos, en ondanks zijn heerlijke 2.5-V6 was hij niet opgewassen tegen hun krachtiger en beter uitgeruste modellen. En dan was er nog het schrikbarend hoge verbruik van de zes carburatoren van zijn zescilinder.

Advertentie
Advertentie
Advertentie