1. De minst dure GT3
Onder de 120.000 of zelfs 130.000 euro vind je geen 997 of 991 GT3, maar een mooie 996 GT3 tik je voor zo’n 70.000 euro op de kop. Natuurlijk blijft dat een fors bedrag, maar zijn waarde zal ongetwijfeld stijgen naarmate deze 911 stelselmatig doordringt tot de wereld van de verzamelaars.2. MK1 of MK2?
Bij zijn introductie was de Mk1 een tot op het bot uitgeklede versie, met een motor uit de autosport (meer specifiek uit de GT1). Hij was 3,6 liter groot en ontwikkelde 360 pk, een vermogen dat in de Mk2 zou stijgen tot 380 pk. Die laatste stond op een nog stuggere ophanging en voelde veel krachtiger aan dan de technische fiche deed vermoeden. Volgens kenners moet je het vermogen van de Mk1 beschouwen als een maximum, terwijl de 380 pk van de Mk2 dan weer het absolute minimum waren.
3. Betrouwbare mechaniek!
De betrouwbaarheidsreputatie van de Porsche 911 type 996 kreeg een stevige deuk door de beruchte IMS-lagers die tot motorschade konden leiden. De GT3 had echter een Mezger-motor die daar geen last van had. Daar staat tegenover dat de synchro’s van zijn versnellingsbak het zwaar te verduren krijgen.4. Clubsport of RS?
Al gauw bood Porsche een Clubsport-pack aan, met een rolkooi, een harnas, een stroomonderbreker,… Een zeer racing-georiënteerde preparatie dus, die verzamelaars wist te bekoren maar die hem weinig geschikt maakte voor dagelijks gebruik. De RS-versie uit 2004 ging nog verder, met elementen in koolstofvezel, een herwerkte motor, een aangepast ophanging enzovoort. Aan jou om te kiezen, maar weet dat deze exemplaren vaak op circuit zijn ingezet, met alle bijhorende risico’s vandien (slijtage, ongevalschade,…).5. Koolstofkeramische remmen, een slecht idee?
De koolstofkeramische remmen verlagen het niet-afgeveerde gewicht, maar zijn niet noodzakelijk een goed idee: de standaardremmen volstaan ruimschoots, zelfs bij occasionele tripjes op een circuit, en ze zijn vooral veel minder duur om te vervangen.
