In 2026 staat er opnieuw een grote verandering op til in het technische reglement van de Formule 1. De auto’s maken vanaf dan voor 50% gebruik van elektrische energie, terwijl de V6-motoren voortaan op 100% duurzame brandstof rijden. En ook de chassis van de wagens zal er volledig anders uitzien, met een kortere wielbasis, een lager gewicht en actieve aerodynamica. De FIA heeft nu een voorbeeld getoond van hoe een F1-auto uit 2026 er zal uitzien.

Laten we beginnen met de motoren. De F1-auto’s van 2026 zullen nog altijd vertrouwen op een hybride 1,6 liter-V6 turbo, maar de krachtverdeling zal grondig veranderen. Waar het hybridesysteem vandaag een elektrische boost van maximaal 120 kW (163 pk) oplevert, wordt dat maar liefst 350 kW (476 pk). De benzinemotor zelf wordt dan weer beperkt tot 400 kW (544 pk), voor een quasi gelijke vermogensverdeling. Bovendien draait de benzinemotor nu op “100% duurzame brandstof”, die ook in straatauto’s gebruikt zou kunnen worden om de milieu-impact van verbrandingsmotoren aanzienlijk te verkleinen. Deze grote sprong naar duurzaamheid heeft een recordaantal constructeurs opgeleverd voor 2026: Ferrari, Mercedes, Alpine, Honda, Audi en Red Bull Ford doen allemaal mee als motorenfabrikant.

Kleiner, lichter, minder downforce

Wat het chassis betreft, is er geluisterd naar de commentaar van heel wat piloten de afgelopen jaren: F1-auto’s zijn te groot en te zwaar geworden, wat des te meer opvalt op een krap stratencircuit als Monaco. Daar komt vanaf 2026 verbetering in, met een 20 cm kortere wielbasis (van 3,60 m naar 3,40 m), 10 cm smallere wagens (van 2 m naar 1,90 m) en een 15 cm smallere vloer. Ook het gewicht gaat naar beneden: F1-auto’s zullen vanaf 2026 minstens 768 kilo moeten wegen (inclusief bestuurder), wat 30 kilo lichter is dan vandaag.

Beweegbare vleugels

Maar het meest ingrijpende voor de piloten is misschien wel de nieuwe regels voor de aerodynamica. De Formule 1 krijgt namelijk actieve aerodynamica, met beweegbare vleugels voor- en achteraan. En dan hebben we het niet over het simpele DRS-systeem van vandaag, maar actieve elementen die de balans moeten bewaren bij het regeneratief remmen, voor hogere bochtensnelheden zorgen én een hogere topsnelheid op het rechte stuk moeten opleveren.

Onstabiele en trage auto’s?

Dat klinkt allemaal positief, maar toch hebben de nieuwe regels heel wat kritiek opgeleverd van de teams. Vooral de actieve aerodynamica blijkt een zorgenkind in de simulaties, met onstabiele auto’s als gevolg. Ook zouden de auto’s veel trager zijn dan vandaag door minder downforce en minder kracht van de benzinemotor op de rechte stukken. Tweevoudig wereldkampioen Fernando Alonso (Aston Martin) heeft ook zijn twijfels over hoe realistisch die gewichtsbesparing zal zijn met de toevoeging van grotere batterijen. Een ding is zeker: de teams hebben heel wat huiswerk voor de boeg, want over minder dan twee jaar moeten de nieuwe wagens klaar zijn...