François Piette

10 JUN 2002

GM & Opel Fuel Cell Activities Center.

Het Fuel Cell Activities Center van Opel en GM stelde op dinsdag 21 mei tijdens de “Hart World Fuels Conference” in Brussel de eerste resultaten voor van een omvattende studie waarin gepeild werd naar de uitstoot van broeikasgassen door een breed gamma potentiële brandstof- en aandrijfsystemen voor de auto van de toekomst. Experts hielden daarbij rekening met de volledige brandstofketen, van de productie van de brandstoffen uit hun basisgrondstoffen tot het feitelijke verbruik ervan door de auto, of anders gezegd van "Well-to-Wheel". In totaal werden 36 brandstofdenkrichtingen en 18 conventionele en alternatieve aandrijfconcepten onderzocht met het oog op de deadline in 2010, waarbij zowel voor de brandstof als voor het voertuig werd uitgegaan van Europese omstandigheden. De studie peilde naar het energierendement en de emissies van broeikasgassen, maar niet naar de kosten. Het gerenommeerde onderzoeksinstituut LBST (Ludwig Bölkow Systemtechnik) uit Ottobrunn bij München, fungeerde als wetenschappelijk adviseur en consultant, terwijl de energiemaatschappijen BP, ExxonMobil, Shell en TotalFinaElf aanvullende gegevens en een analyse leverden. Een belangrijke bevinding van het onderzoek was dat brandstofcelvoertuigen die uit aardgas gewonnen waterstof gebruiken, interessant kunnen zijn wat de broeikasgasemissies op "Well-to-Wheel"-basis [vanaf het winnen van de brandstof tot het moment waarop de auto rijdt] betreft, afhankelijk van de herkomst van het aardgas. Optimale resultaten worden echter verkregen wanneer men hernieuwbare energiebronnen zoals biomassa of windkracht gebruikt om de waterstof te produceren. Dit project is een vervolg op een vergelijkbare studie die General Motors en Argonne National Labs in de lente van 2001 over de Noord-Amerikaanse situatie gepubliceerd hebben en die nu in de internationale discussies over de uitstoot van broeikasgassen en het energieverbruik door voertuigen als een referentiewerk beschouwd wordt. In de nieuwe studie werd de oorspronkelijke methodologie voor zowel de brandstof als de auto op een Europese situatie toegepast: “Voor ons bijkomend onderzoekswerk, dat meer dan een jaar in beslag nam, baseerden we ons op de Opel Zafira, de Europese verkeerssituatie en onze kennis van de Europese brandstofbevoorrading,“ legde Raj Choudhury uit, de projectmanager voor het onderzoek in de Duitse vestiging van het Fuel Cell Activities Center in Mainz-Kastel. De voertuiggegevens voor het Europese onderzoek werden door Trudy Weber, een wetenschapper in dienst van GM, berekend met mathematische modellen en simulaties: “De Zafira bleek het ideale referentievoertuig omdat hij al in verschillende uitvoeringen bestaat: met benzine- of dieselmotor, in een CNG-versie (aardgas) en als een ontwerpstudie met brandstofcellen. Bij de prognoses van de motorkenmerken tot 2010 gingen we er van uit dat de 18 varianten die in het onderzoek opgenomen zijn, allemaal aan dezelfde strenge en klantgerichte prestatiekenmerken van de Europese rijcyclus (EDC) moesten voldoen. Dat leverde ons voor het eerst een realistische basis op om het energieverbruik en de netto uitstoot van broeikasgassen in een Europese context te vergelijken.”
Advertentie
Advertentie
Advertentie