Frans
Je zou hem kunnen beschouwen als de laatste Lotus die nog vaag aansluit bij de oorspronkelijke filosofie ‘light is right’ van oprichter Colin Chapman. In ieder geval is de Emira niet enkel de laatste ‘pure’ Lotus met een verbrandingsmotor in het gamma, maar ook de laatste met een leeggewicht van minder dan 1.500 kilo. De elektrische hyper-SUV Eletre en hyper-GT Emeya zitten namelijk ruimschoots boven de 2.500 kg. En zelfs de elektrische hypercar Evija weegt bijna 1.700 kg. De laatste Mohikaan op benzine van Lotus is echter een bescheiden succes. Zozeer zelfs dat Lotus heeft besloten het gamma uit te breiden met nieuwe versies die het historische SE-label dragen, om de vaardigheden van het model nog verder uit te breiden.
Design
De Emira werd in 2021 voorgesteld als spirituele opvolger van de Elise, Exige en Evora, en begon zijn commerciële carrière met een 3.5 V6 met compressor van Toyota van 298 kW (405 pk). Kort daarna werd ook de 2.0 turbo-viercilinder van Mercedes-AMG onder zijn motorkap gelepeld, met een vermogen van 268 kW (365 pk). Twee versies die de historische fabriek van het merk in Hethel aan het werk zette. Begin 2025 had Lotus al meer dan 10.000 exemplaren van de Emira geproduceerd. Dat is meer dan de Lotus Esprit in… dertig jaar productie!
Special Equipment
Om op deze golf verder te surfen, breidt Lotus nu het gamma van de Emira uit met nieuwe SE-versies. Een historische badge, afkomstig van het ‘Special Equipment’-pakket van de Type 14 Elite, die vervolgens synoniem werd voor de krachtigere en/of beter uitgeruste versies. Denk maar aan de Esprit Turbo SE, Excel SE, Elan SE of nog de Europa SE. De Emira zet de traditie dus verder, in eerste instantie als Emira Turbo SE, zoals het model dat ons ter beschikking werd gesteld. Maar de SE-badge komt ook naar de Emira V6.
Pure lijnen…
Hoewel deze SE-versies nieuw zijn in het gamma, heeft Lotus niet geraakt aan de algemene stijl van de Emira voor wat je zou kunnen beschouwen als een soort facelift. Naast de SE-logo’s heeft het merk vooral nieuwe koetswerkkleuren geïntroduceerd voor de gelegenheid. Maar welke artiest zou zijn meesterwerk durven verminken nadat hij er de laatste hand aan heeft gelegd? Alle gekheid op een stokje, de vele bewonderende blikken tijdens onze testperiode lijken te bevestigen dat deze ‘supercar in miniatuur’ nog steeds in de smaak valt. Zijn vloeiende en pure lijnen geven hem bijna een Italiaans tintje.
… in een compact formaat!
Meer objectief te zien blijft de Emira met zijn lengte van 4,41 m vrij compact. Daarmee is hij een van de laatste vertegenwoordigers van zijn segment, met het naderende einde van de Alpine A110 (4,18 m) en de Porsche 718 Cayman (4,38 m). De Maserati MC20 (die nu MCPura heet) speelt met zijn krachtigere motoren en zijn lengte van 4,67 m in een hogere klasse.
Chique interieur
Hoewel de Emira als opvolger fungeert van de iconische Elise en Exige, is hij wel veel minder spartaans. Dat wordt bevestigd zodra je instapt, met een luxueuzer en chiquer interieur dan dat van zijn voorgangers. De gebruikte materialen zijn van hoge kwaliteit en de afwerking is verzorgd. Zelfs aan een hoger tempo op hobbelige wegen, rammelde er niets aan ons testmodel. Een goed teken…
Gebruiksgemak
Licht inpakken
Door zijn supercar-architectuur met middenmotor biedt de Emira slechts plaats aan twee personen. Net genoeg voor romantische uitstapjes. Maar de ‘light is right’-filosofie geldt hier ook voor de bagage. De opbergvakken zijn vrij klein en op de labels staat duidelijk vermeld dat overtollige bagage niet is toegestaan. Achter de voorstoelen kan je enkel lichte tassen van maximaal 20 kg kwijt. De koffer achteraan is iets groter, maar kan ook maar tot 50 kg aan.
Geen tierlantijntjes
Hoewel de cockpit modern is, waarderen we het gebrek aan overbodige bedieningselementen en afleidende functies. De Emira is en blijft een auto, en geen computer op wielen! Het digitale instrumentarium van 12,3 inch toont duidelijk de meest essentiële info. Het centrale aanraakscherm van 10,25 inch heeft ook een heldere structuur en kan verbinden met Android Auto en Apple CarPlay. Je kan er ook voertuigdetails op raadplegen, om bijvoorbeeld de temperaturen en de druk van de mechanische onderdelen in de gaten te houden tijdens een sportieve rit. Meer hebben we niet nodig….
(Bijna) perfecte ergonomie
Onder het centrale scherm zitten er fysieke knoppen voor de airco en een grote schakelaar om snel van rijmodus te wisselen. Dat is direct en praktisch, zonder eerst door complexe menu’s te moeten scrollen. De startknop zit op zijn beurt op de middenconsole, beschermd door een rood klepje in vliegtuigstijl, voor een beetje show. Kortom, de cockpit is aantrekkelijk en biedt een perfecte ergonomie. Of toch bijna. De bedieningshendel van de automatische transmissie (de Turbo SE heeft altijd een gerobotiseerde versnellingsbak, alleen de V6 kan met een handbak worden besteld) moet je altijd twee keer indrukken om naar de D- of R-stand te gaan. In de manuele modus moet je hem van links naar rechts (en dus niet van voren naar achteren) bewegen om van versnelling te wisselen. Dat is niet erg natuurlijk… maar gelukkig zijn er ook flippers achter het stuur om zelf te schakelen.
Rijervaring
Deze details vergeet je echter snel zodra je vertrekt. Gezien de efficiëntie van de 8-traps transmissie met dubbele koppeling (DCT) die ook door Mercedes wordt gebruikt op de 2.0 turbo (bekend van de AMG 45-modellen), kan je het schakelen even goed aan de auto overlaten. Vooral omdat de turbomotor vrij lineair trekt zonder echt van toonhoogte te veranderen bij het naderen van de begrenzer. Laat de DCT-versnellingsbak dus maar zijn ding doen. In de Emira Turbo SE is hij bovendien opnieuw gekalibreerd voor een goede afstemming, zowel bij rustig als bij sportief rijden.
Symfonie in turbomajeur
Wat het meest opvalt als je het gaspedaal vloert, is dat je in deze SE-versie bijna enkel de turbo en zijn bijbehorende geluiden hoort. Hij blaast hard bij het accelereren en laat de druk hoorbaar los wanneer je je voet van het gaspedaal haalt. De allerlei soorten pfff- en psshht-geluiden zijn zeker niet te vergelijken met de klank van een atmosferische veelcilinder. Maar het geluid van deze ijzeren long is toch opwindend. En bovendien overstemt de turbo het saaie geluid van de viercilinder bij sportief rijden. Aangezien de Mercedes-AMG-motor ook vrij stil is bij rustig rijden, hoor je zijn suffe gebrom enkel bij bepaalde hernemingen.
41 pk die het verschil maken
Tegenover de ‘gewone’ Emira Turbo geniet deze SE-versie van een kietelbeurt die het totale vermogen van zijn 2.0 AMG-motor opkrikt naar 406 pk, met ook nog eens 50 Nm extra koppel (480 Nm). De 41 extra paarden zijn vooral in de hogere toerengebieden te vinden. De Turbo SE trekt langer door dan de gewone Emira wanneer je het onderste uit de kan haalt. Dat zorgt voor nog explosievere prestaties.
De sportiefste van de familie!
De Lotus Emira Turbo SE is lichter en net zo krachtig als de V6, waardoor hij nog beter presteert. Aangezien de Turbo SE standaard is uitgerust met launch control, haalt de Britse sportwagen de 100 km/u in slechts 4 seconden. De topsnelheid stijgt ook aanzienlijk: 292 km/u! De ‘gewone’ Turbo haalt slechts 4,4 seconden en 275 km/u. En de nieuwe Emira V6 SE doet het niet beter: 4,3 seconden en 290 km/u met de handbak, of 4,8 seconden en 272 km/u met de automaat… De Emira Turbo SE is dus duidelijk de sportiefste van de familie.
Opmerkelijke efficiëntie
Naast de pure cijfers waarderen we vooral dat we altijd kunnen genieten van deze prestaties, toch zodra de omstandigheden het toelaten. Dat komt dankzij de uitstekende balans van deze Lotus. Om te beginnen heeft hij een feilloze tractie (toch op een droog wegdek), ook al blaast de turbo al hard bij lage toerentallen. Daardoor kan je zonder aarzeling vaart maken. Vervolgens blijft de voortrein altijd scherp, ook al nodigt de architectuur van de middenmotor uit om de remmen te gebruiken om de voorwielen beter te belasten.
Tenslotte verandert de Emira bliksemsnel van koers. En dat ondanks de optionele Touring-ophanging van ons testmodel. Een gratis optie die we zouden aanbevelen als je niet voornamelijk op het circuit te vinden bent. Zeker voor onze Belgische wegen blijft de Touring-demping soepel genoeg voor dagelijks gebruik, terwijl de koetswerkbewegingen al zeer efficiënt onder controle blijven.
Redelijk verbruik
Aan een rustiger tempo is de Lotus Emira Turbo SE Touring ook best aangenaam om mee te leven. Ideaal voor een weekendje weg zonder uitgeput op je bestemming aan te komen. En zonder blut te zijn, want het verbruik blijft beperkt. Bij een constante snelheid op de snelweg verbruikt de Emira Turbo SE minder dan 7 l/100 km. Dankzij de 8-traps transmissie draait de motor bij 120 km/u aan een rustige 1.750 t/min.
Over het geheel van onze testperiode gerekend, waarin we zo veel mogelijk gebruik hebben gemaakt van verlaten binnenwegen, noteerden we een gemiddeld verbruik van 12,5 l/100 km. Gezien de prestaties, en het feit dat we de turbo vrolijk hebben laten blazen, lijkt ons dat redelijk.
Budget
Het nieuwe gamma van de Lotus Emira is voortaan opgebouwd uit drie hoofdversies: de Turbo blijft de instapversie voor minder dan 100.000 euro (99.600 euro), terwijl de V6 SE aan de top staat vanaf 119.900 euro. De Turbo SE zit daar tussenin, met een catalogusprijs van 111.800 euro.
‘Betaalbare’ opties
Een vanafprijs die kan oplopen als je je Engelse sportwagen naar eigen wens wil personaliseren. De prijzen van de opties zijn echter niet astronomisch, vooral vergeleken met sommige concurrenten, die niet aarzelen om flinke marges te rekenen op extra uitrusting. Met enkele honderden euro’s per keer (620 euro voor de Alcantara zetels met gele stiksels, 410 euro voor het Alcantara stuurwiel met gele 12-uursmarkering, 550 euro voor getinte ruiten, 360 euro voor zetelverwarming, enz.), loopt de uiteindelijke prijs toch langzaam op. Ons testmodel kostte bijvoorbeeld 121.070 euro, inclusief opties.
Supercar voor een scherpe prijs
Dat is redelijk duur. Maar alles is relatief: de Alpine A110 R met 300 pk, die bijna uit productie gaat, kost ook bijna 120.000 euro. En de Porsche 718 is enkel nog maar te bestellen als GT4 RS (met 500 pk!) voor meer dan 170.000 euro. Maar zelfs in zijn minder exclusieve uitvoeringen is de kleine Porsche niet goedkoop. De laatste versie die wij konden testen, een Style Edition van 300 pk, kostte al bijna 100.000 euro inclusief opties. Met 400 pk en zijn ‘supercar light’-design, blijft de Lotus Emira Turbo SE dus een goede deal.
Verdict
Het aantal cilinders doet er niet toe, zolang hij maar leuk is om mee te rijden. Met zijn efficiënte balans, ondersteund door het ritme van blaas- en zuiggeluiden, biedt de Emira Turbo SE heel wat rijplezier. En zijn prestaties maken indruk dankzij het uitstekende duo van de 2.0 turbo en de DCT-bak van Mercedes-AMG. Toegegeven, de muzikale V6 waarmee je ook met de hand kan schakelen, is nog iets aantrekkelijker voor liefhebbers, ook al gaat die ten koste van een beetje pure efficiëntie. Maar dan kunnen ze nog steeds kiezen voor de Emira V6 SE!
