Onthoud deze datum: 17 april 1964. Die dag zorgde Ford voor een grote gebeurtenis. Meer nog, de geschiedenis van de auto nam een nieuwe wending: de Mustang werd voorgesteld op de autobeurs van New York. Het concept was niet helemaal nieuw (de Plymouth Barracuda was de eerste pony car), maar het succes was ongezien. Bij de Ford-dealers heerste hysterie. Wat volgt, is een geschiedenis met hoogtes en laagtes die doorloopt tot op vandaag.
Overweldigend commercieel succes
Naast Lee Iacocca (CEO van Ford) lijkt Steve Jobs met zijn iPhone een verkoper van zeeslakken op een plaatselijke kermis. De Mustang democratiseerde de sportwagen en bood een pak opties, uniek in die tijd. De Mustang kon je bestellen als coupé of cabriolet, met een bleke zescilinder-in-lijn (voor jouw timide secretaris) of een sterke 4.7 V8 (voor de gespierde en gebruinde badmeester).
Daartussen bestonden nog veel andere oplossingen. En dan spreken we nog niet over de packs waarmee je de Mustang kon omtoveren tot een brave cabriolet om te cruisen of een beest van een coupé die klaar is voor een rally. Al snel verscheen een derde koetswerkvorm, de Fastback. Die was bestemd voor sportievelingen met zijn glooiende dak en deels opgeofferde zitplaatsen achterin.
Shelby
De Texaanse tuner-tovenaar Caroll Shelby twijfelde niet om zich te moeien. Een versterkte ophanging, een opgevoerde motor en specifieke aankleding: een nieuwe legende was geboren. Nochtans zijn de 306 paarden die de 4.7 V8 ontwikkelde niet overweldigend tegenover de Europese concurrentie uit die tijd.
Toch was een mythe geboren. Later werd de ‘kleine’ V8 vervangen door de Big Block 427 ci, met meer dan 7 liter cilinderinhoud. Dat werd de mythische GT-500, bij filmliefhebbers bekend uit Gone in sixty seconds. We willen geen afbreuk doen aan de mythe, maar de GT-500 had een minder speels en meer burgerlijk karakter dan de eerste GT-350.
Opkomst en verval
Tegen het begin van de jaren zeventig is de Mustang sterk veranderd. De koetswerkaddenda zijn een smet op de puurheid van het algemene ontwerp, maar voegen een grote portie agressiviteit toe. De motoren kampen met grootheidswaanzin, de V8’en overschrijden de 7 liter en leveren vermogens van ongeveer 300 tot 350 pk. De Mustang wordt een echt oorlogspaard. De namen van de verschillende varianten zetten de toon: King of the Road, Super Cobra Jet, Boss, enzovoort. Een ander tijdperk.
In het begin van de jaren zeventig staat het concept van de sportwagen onder druk. Het is niet langer de tijd van de Big Blocks maar van kleine motoren. De verzekeringen, de brandstofprijzen, de dodelijke taksen voor grote motoren lopen op. De Mustang is nog maar een schim van zichzelf met zijn belachelijke viercilinders of in het beste geval een toegeknepen V6 of V8 met een fractie van het vermogen van de originele Mustangs. Kortom, een warboel.
Gelukkig keerde de Mustang in 2005 terug met een nostalgisch ontwerp. Ook het vermogen is terug: 500 pk onder de motorkap van de Shelby GT-500. Helaas weigert Ford zijn juweeltje uit te voeren naar Europa, waardoor Chevrolet vrij spel krijgt met de Camaro.
En vandaag?
De originele Mustang (1964-1966) vind je voor elke prijs en in verschillende staat. In een goede staat moet je rekenen op een prijs van 14.000 euro tot meer dan 100.000 euro voor een zeldzame, authentieke Shelby. Onthoud ook dat er een wereld van verschil is tussen een Mustang cabriolet zescilinder met automaat en een Fastback-coupé uitgerust met de 289 ci Hi Perf, de 287 pk sterke V8 met manuele vierbak.
In alle gevallen mag je niet de prestaties van een moderne sportwagen verwachten. De ophanging is even zacht als kauwgom, de remmen zijn belachelijk inefficiënt en het weggedrag heeft veel weg van een dobberend schip. De besturing is bovendien zeer vaag.
Gelukkig bestaan er nog gespecialiseerde garages die jouw Mustang nieuw leven kunnen inblazen. Onderdelen zijn nog vlot beschikbaar en de prijzen blijven democratisch. Jouw Mustang klaarstomen en opknappen vormt geen enkel probleem, alleen de verzekering is een heikel punt.